dinsdag 26 maart 2013

"BAAS" JAN DE HAAN, journalist en schrijver.


JAN DE HAAN

Sonoy heeft ook in het boek "DE HOLLE POLSTOK" een belangrijke rol.
Daaruit bleek, dat Jan de Haan, als schrijver zich goed voorbereidde, als hij een historisch verhaal schreef.
Grappig is, dat Sonoy met het Staatse leger een nederlaag leed bij Noordhorn op 30 september 1581

Diederik Sonoy 
(1529-1597) 
Afbeelding bij dit verhaal
Zo weinig de Groninger en Ommelander calvinisten moesten hebben van graaf Willem Lodewijk van Nassau, zo’n rotsvast vertrouwen hadden ze in de watergeus Diederik (Dirk) Sonoy (1529-1597). 
Sonoy was geboren te Kalkar aan de Nederrijn, nam in 1566 deel aan het Compromis der Edelen, dat om vrijheden voor de gereformeerde religie vroeg, en zag zich in het volgende jaar genoodzaakt uit te wijken. 
In 1572 werd hij door Willem van Oranje tot gouverneur van Enkhuizen benoemd. 
Van daaruit veroverde hij Medemblik, Hoorn en andere plaatsen. 
Van 1572 tot 1588 was hij gouverneur van Hollands Noorderkwartier, waar hij oorlog voerde tegen de Spanjaarden. 
In het ontzet van Alkmaar (‘Van Alkmaar begint de victorie’, 1573) had hij een belangrijk aandeel. 
Opmerkelijk was de wreedheid, waarmee hij optrad tegen de katholieken en degenen die hij ervan verdacht met de vijand te heulen. 
In deze tijd kreeg hij te maken met de Spaanse kolonel Francisco Verdugo, die toen gouverneur van Haarlem was. 
Sonoy en Verdugo schreven elkaar brieven waarvan de omslachtige beleefdheid in schril contrast staat met de schampere en bittere verwijten die deze tegenstanders elkaar tegelijkertijd maakten. 
Sonoy wees er onder meer op dat Verdugo zijn naam ten volle waarmaakte (het Spaanse woord ‘verdugo’ betekent onder andere ‘beul’).
Tussen 1575 en 1580 diende Sonoy de graaf van Rennenberg en veroverde Kampen en Deventer voor de Staten. 
Nadat Rennenberg in 1580 samen met de stad Groningen de zijde van koning Filips II en het katholicisme had gekozen, bestreed Sonoy zijn voormalige superieur. 
Daarbij maakte hij kennis met Groningerland. 
Willem van Oranje stuurde hem naar Coevorden en Wedde om de toegangen 
naar Groningen af te snijden. 
In verband hiermee begon Sonoy met de aanleg van een schans te Bourtange. 
Nadat Staatse troepen zich bij Hardenberg door een koningsgezind hulpleger hadden laten verrassen (juni 1580), trok Sonoy zich samen met de rest van het Staatse leger uit Groningerland terug.
Een jaar later had Dirk Sonoy een belangrijk aandeel in de verovering van Friesland op de koningsgezinden. 
Op 19 juli 1581 wist hij bij Visvliet een koninklijke strijdmacht te verslaan. 
Aan deze successen kwam een einde door de slag bij Noordhorn (30 september 1581). 
In de Staatse legermacht die hier—door Verdugo!—vernietigend werd verslagen, vochten ook negen vendels van Sonoys Noordhollandse regiment mee.
Nadat de 18-jarige Maurits van Nassau in 1585 stadhouder van Holland en Zeeland en kapitein-generaal van de troepen was geworden, weigerde Sonoy de nieuwe leider trouw te zweren. 
Net als de meeste overtuigde gereformeerden wantrouwde hij de Hollandse regenten en beschouwde hij mensen als Maurits, Willem Lodewijk en Filips van Hohenlohe als hun instrumenten. 
Dezen heulden in het geheim met de vijand, zo meende hij. 
Trouw aan deze lijn koos hij in het conflict tussen de Staten-Generaal en de graaf van Leicester voor de laatste.
Terwijl de uitgeweken Ommelander heren en Willem Lodewijk plannen maakten voor een inval in Groningerland (zomer 1587), was Leicester samen met Dirk Sonoy bezig een coup voor te bereiden tegen de Staten-Generaal, graaf Maurits van Nassau en de Hollandse advocaat Johan van Oldenbarnevelt. 
Leicesters opzet mislukte, maar ook na het vertrek van de Engelse gouverneur probeerde Sonoy zich in het Noorderkwartier te handhaven. 
Maurits belegerde hem in Medemblik, maar er moest Engelse bemiddeling aan te pas komen om Sonoy ertoe te brengen Maurits de stad binnen te laten. 
Omdat de Staten van Holland van de lastige Sonoy af wilden en deze ook zelf niet langer in Staatse dienst wenste te blijven, kreeg hij zijn ontslag en emigreerde met zijn gezin naar Engeland. 
Daar kreeg hij van koningin Elizabeth een stuk overstroomd land, dat hij met kolonisten uit Noord-Holland bruikbaar probeerde te maken.
Enkele jaren later verhuisde hij naar het Oostfriese Norden, maar nadat Groningen door het Staatse leger was veroverd, ging hij op de borg Dijksterhuis in Pieterburen wonen. 
Daar overleed hij op 2 juni 1597 aan een beroerte. 
Dat Dirk Sonoy zijn laatste jaren op Dijksterhuis sleet was geen toeval: 
Het huis Dijksterhuis of Ten Dijke behoorde toe aan zijn schoonzoon Luert 
Manninga. 
Halverwege de zestiende eeuw was de Pieterbuurster borg in handen gekomen van Hayo Manninga, een hervormingsgezinde jonker die uit Oost-Friesland afkomstig was. 
In het jaar 1585, hetzelfde jaar waarin Sonoys enige dochter Emerentiana met Luert Manninga was getrouwd, was ook Dirk Sonoy zelf een (tweede) huwelijk aangegaan met een vrouw uit Groningerland: 
Johanna de Mepsche, dochter van Roelof de Mepsche (van Meyma te Rasquert) en Ode Tamminga.
Diederik Sonoy is begraven in de kerk te Pieterburen, waar een rouwbord aan hem herinnert.



DE TORENKLOK ZWEEG...........
De mislukte overrompeling van Sluis















Uit de geschiedenis:
De Slag bij Sluis was een zeeslag tijdens de Tachtigjarige Oorlog op 26 mei 1603
tussen een Spaanse vloot onder Frederik Spinola en een Zeeuwse vloot onder 
Joost de Moor.

Slag

Frederik Spinola was een kaperkapitein die reeds bij Portugal een nederlaag had 
geleden tegen een Engels eskader en bij Oostende tegen een Hollands eskader.
In Sluis herbouwde hij zijn vloot. Buitengaats wachtte een blokkade-eskader van 
twee galeien, een kleiner schip en een bewapende koopvaarder onder Joos(t) 
de Moor.
Op 26 mei kwam Spinola naar buiten, profiterend van een windstilte, waardoor 
de Zeeuwse vloot in Vlissingen De Moor niet te hulp zou kunnen komen.
Spinola beschikte over acht grote en vier kleinere galeien, alle goed bemand:
250 roeiers en nog eens 200 soldaten.
De in Dordrecht gebouwde Zwarte Galei onder kapitein Michielszoon werd 
door twee van de grote Spaanse galeien geramd.
De Spanjaarden probeerden te enteren, maar werden door enkele wel gerichte 
kanonschoten tegengehouden, waarna met zwaard, pistool en mes verder 
werd gevochten.
De galei van Joost de Moor werd door twee vijandelijke galeien aangevallen, 
maar ook hier wisten de Spanjaarden niet de overhand te halen. 
De kleinere Zeeuwse galei werd eveneens door vier Spaanse schepen 
aangevallen, maar gaf hun zo'n warm onthaal dat deze vier schepen zich bij 
een hernieuwde aanval op de Zwarte Galei voegden.
Na ongeveer een uur slaagde admiraal Haultain er in de haven van Vlissingen 
met de Zeeuwse vloot te verlaten.
De Spaanse vloot trok zich, zwaar beschadigd, terug naar Sluis. 
Spinola was dodelijk gewond geraakt.
Ook De Moor en Pieterszoon waren gewond, doch herstelden.
Kapitein Michielszoon werd gedood, luitenant Hart leidde hierna de verdediging 
van het schip.
Deze slag was de enige zeeslag tijdens de Tachtigjarige Oorlog waarbij aan 
beide kanten galeien werden ingezet


Zeeslag bij Sluis. Aert Meuris.

Jantje van Sluis

Jantje van Sluis is de bijnaam van een gekleurd houten beeldje uit 1424,
dat is gemaakt door Jacob van Huse en dat in Sluis in het belfort staat en 
op gezette tijden de klok slaat. 
Over de oorsprong van dit beeldje doen diverse volksverhalen de ronde. 
Een centraal verhaalelement is dat Sluis in 1604 door Prins Maurits werd 
veroverd en dat de Spanjaarden de stad weer in handen wilden krijgen. 
In 1606 was het zover tijdens de Aanval op Sluis (1606).
De Spanjaarden verzonnen een list, waarbij ze een leger opstelden bij de 
Oostpoort, terwijl aan de zuidzijde een schijnmanoevre moest plaatsvinden 
om de aandacht af te leiden. 
Op het afgesproken tijdstip, als de klok zou slaan, diende de aanval te 
worden ingezet.
De klok sloeg echter niet, want de klokkensteller, bijgenaamd Jantje van 
Sluis, was die dag juist naar de kermis geweest en had daar een biertje te 
veel gedronken.
Hij liet zijn zoon en zijn neef de klok opwinden. 
Zij deden het te stevig, waardoor het klokmechanisme dienst weigerde.
Hierdoor sloeg de klok niet. 
De Spanjaarden dachten aan verraad en durfden de stad niet in te nemen. 
Toch werden er nog enkele pogingen ondernomen om de stad in te nemen. 
Hierbij kwam een aantal wachten van de Oostpoort om het leven, omdat 
juist bij hun aankomst de springladingen ontploften die de valbruggen
moesten ontgrendelen.
Jantje van Sluis is sindsdien de held van Sluis.Het belfort werd tijdens de Tweede 
Wereldoorlog in 1944 verwoest, maar het beeldje bleef ongedeerd. 
Het is later in het gerestaureerde belfort teruggeplaatst en geeft sindsdien 
weer de tijd aan door elk kwartier op de klok te slaan.








Geen opmerkingen:

Een reactie posten